'Als ik denk aan stromen, zie ik beweging. Betrek ik het op mijn vakgebied dan zie ik stromen van materialen zoals hout, beton, papier en karton, plastics, metalen, mineralen en etensresten die verplaatst worden. Onmisbaar voor een circulaire economie, waarin we streven naar het sluiten van deze stromen. Dat betekent het terugwinnen van materialen, zodat we deze opnieuw kunnen gebruiken en minder nieuw hoeven te produceren. Voor het bereiken van die materialenkringloop zijn drie zaken cruciaal: geen lekkages in het systeem, de materialen moeten de juiste kant op stromen en ze moeten zo “schoon” mogelijk worden ingezameld. Hoe schoner het materiaal, hoe hoogwaardiger deze gerecycled kan worden.
Maar hoe schoon is schoon? Dat varieert per stroom. Daarom is het essentieel dat we voor elke stroom weten hoe zuiver deze moet zijn om geschikt te zijn voor hergebruik. Papier mag niet nat, vies of vet zijn, omdat het dan de benodigde structuur verliest om er nieuw karton van te maken. Voor plastics geldt dat er zoveel verschillende soorten zijn, van folieverpakkingen tot harde kunststoffen, dat je die vrijwel allemaal uit elkaar moet halen of scheiden om te zorgen dat je ze ook daadwerkelijk weer kan opzuiveren tot een kwaliteit waarmee ze weer inzetbaar zijn. Hiermee voorkomen we niet alleen energie- en milieubelasting door de delving en productie van nieuwe grondstoffen (veelal afkomstig uit fossiele bronnen), maar verminderen we ook wereldwijde goederenbewegingen uit landen als Verenigde Staten en China.
Het is niet alleen belangrijk maar ook noodzakelijk om helder te krijgen wat onze standaarden zijn voor secundaire grondstoffen. Zonder standaarden gaan we de nationale doelen voor de helft minder gebruik van nieuwe grondstoffen in 2030 en een circulaire economie in Nederland in 2050 niet halen.